Ruggenprik (lumbaalpunctie)

Voor een ruggenprik ('lumbaalpunctie) wordt u ongeveer 1 uur opgenomen op de afdeling Neurologie 5West of Dagverpleging.

Voor het onderzoek

Bloedverdunners die gecontroleerd worden door de trombosedienst, mogen enkele dagen voor het onderzoek niet ingenomen worden. Dit gebeurt in overleg met de trombosedienst.

Alle overige medicijnen kunt u gewoon blijven gebruiken.

Op de dag van het onderzoek mag u gewoon eten en drinken.

Tijdens het onderzoek

U gaat op uw zij op de onderzoekstafel of het bed liggen. U ligt met uw rug naar de arts toe en trekt daarbij uw knieën goed op. Op deze manier gaan de wervels verder uit elkaar staan en is het gemakkelijker om te prikken. Soms wordt de lumbaalpunctie uitgevoerd terwijl u op de rand van het bed zit in een voorovergebogen houding.
De arts gaat nu eerst voelen waar hij moet prikken. Daarna desinfecteert hij de huid. Dit kan koud aanvoelen. De rug wordt ontsmet en vervolgens krijgt u een prik in de rug. De naald wordt in het ruggenwervelkanaal gebracht, in een zakje met hersenvocht waarin ook de zenuwwortels lopen. De naald komt dus niet in het ruggenmerg zelf. Als u zich ontspant en de rug goed bol maakt, is de kans dat de prik in één keer goed zit het grootst.
Nadat er wat vocht is opgevangen, wordt de naald verwijderd. De plaats van de prik wordt afgedekt met een pleister. Het hersenvocht wordt naar het laboratorium gebracht voor onderzoek.
De arts kan tijdens de ruggenprik ook de druk van het hersenvocht meten.

Is het onderzoek pijnlijk?

U voelt van de ruggenprik evenveel als van een andere injectie in de huid. Van het wegnemen van het hersenvocht voelt u niets.

Als u zich goed voelt, mag u 15 minuten na het onderzoek weer naar huis. Wanneer u zich niet goed voelt, overlegt de verpleegkundige met de arts wanneer u wel naar huis kunt. Als u nog geen nieuwe afspraak op de polikliniek heeft, wordt er een nieuwe afspraak gemaakt.

Wij adviseren u om na het onderzoek niet zelf naar huis te rijden. Spreek vooraf af dat iemand u op komt halen.

Uitslag

Op uw volgende polikliniekafspraak is de uitslag van de lumbaalpunctie bekend.

Mogelijke complicaties/risico's

Een lumbaalpunctie kan complicaties of bijwerkingen met zich meebrengen. Tijdens het prikken kan de arts per ongeluk een zenuw raken. U voelt dan een pijnlijke, maar ongevaarlijke elektrische schok of pijnscheut in het been. Soms treedt er na het onderzoek hoofdpijn op (meestal 's avonds of de volgende dag), dit gebeurt bij 1 op de 5 mensen. Deze hoofdpijn wordt veroorzaakt doordat het gaatje in het zakje waarin geprikt is wat nalekt en de druk in het systeem te laag wordt. Wanneer u gaat liggen met het hoofd laag (dus zonder kussen), wordt de hoofdpijn aanzienlijk minder. Het helpt dan om goed te drinken, vooral dranken met veel cafeïne (koffie of cola) en/of paracetamol te nemen, en een dag rust te houden. Meestal gaat deze hoofdpijn na enkele dagen vanzelf weer over.
Als u na 3 dagen nog steeds hoofdpijn heeft, is het verstandig om contact op te nemen met de polikliniek Neurologie. Er kan dan een zogenaamde 'bloodpatch' worden verricht door uw behandelaar of een anesthesist. Hierbij wordt uw eigen bloed ingespoten in de onderrug vlakbij het gaatje in het hersenvlies. Het bloed stolt en het gaatje is dicht. De hoofdpijnklachten zijn dan vaak snel over.
Rugpijn na een lumbaalpunctie of napijn op de prikplaats komt nauwelijks voor.

Heeft u na het lezen van deze informatie nog vragen? Stel deze aan uw behandelend arts of de verpleegkundige.

Telefoonnummer polikliniek Neurologie:

• Beatrixziekenhuis, Gorinchem (0183) 64 43 50
• Lingepoli, Leerdam (0345) 63 66 96