Op de afgesproken tijd meldt u zich bij de balie van afdeling radiologie. U wordt daar verder begeleid door een laborant. Nadat u zich heeft uitgekleed (u mag uw onderbroek en T-shirt of hemd aanhouden), vraagt de laborant u op de röntgentafel te gaan liggen.
Er wordt eerst een dun slangetje door uw neus of mond via de slokdarm en maag in de dunne darm gebracht. U kunt bij het inbrengen van het slangetje wat last hebben van braakneigingen. Als het slangetje op de goede plaats zit, laat de radioloog via het slangetje contrastvloeistof (bariumpap) in de dunne darm lopen. Dat is nodig om de dunne darm op de foto's te kunnen zien. Er worden nu met tussenpozen foto’s gemaakt.
Hierna wordt het slangetje weer verwijderd. Het onderzoek kan in een aantal gevallen uitlopen tot een hele ochtend. De duur van het onderzoek is namelijk afhankelijk van de snelheid waarmee de vloeistof door de darmen loopt.
In sommige situaties moeten er later op de dag of zelfs de volgende dag ook nog foto's gemaakt worden. Het slangetje hoeft dan niet nog een keer te worden ingebracht.
Uw ontlasting heeft de eerste keren na het onderzoek een witte kleur. Het is belangrijk dat u na het onderzoek extra drinkt.