Activator
In sommige gevallen wordt een activator meegegeven. Krijgt u een activator mee, dan is het zeer belangrijk dat u altijd bij u draagt. Als u klachten krijgt, houdt u de activator boven de geïmplanteerde hartritmerecorder en drukt u de knop in. Zo wordt de informatie tijdens uw klachten specifiek opgeslagen, zodat de pacemakertechnicus het makkelijker en sneller uit kan lezen. Vrienden en familieleden kunnen tijdens het optreden van symptomen helpen als u heeft uitgelegd hoe de activator moet worden bediend.
De pacemakertechnicus programmeert de hartritmerecorder. Hij/zij zal u alles hierover vertellen en zo nodig over het bedienen van de activator. Ook blijft u bij hem/haar onder controle.
De eerste drie dagen na de implantatie
De eerste drie dagen na de ingreep mag u niet douchen, omdat het wondje droog moet blijven. De wond is afgedekt met een pleister. Als er bloed door de pleister lekt, mag u de pleister verwisselen. Na drie dagen mag de pleister verwijderd worden. De hechtingen zijn oplosbaar en hoeven dus niet te worden verwijderd.
Als de wond pijnlijk is, kunt u paracetamol innemen. U kunt de op de verpakking aangegeven dosering aanhouden
We raden u aan om de arm aan de zijde waar de hartritmerecorder is geïmplanteerd, de eerste drie dagen nog wat te ontzien. Meestal kunt u na drie of vier dagen al uw dagelijkse werkzaamheden weer hervatten.