Operaties aan de voet

Binnenkort wordt bij u een voetoperatie verricht. Hier informeren wij u over de gang van zaken gedurende uw opname. Ieder mens is echter anders. De gang van zaken bij uw opname kan daarom enigszins verschillen van die van andere patiënten in het ziekenhuis. In het algemeen kunt u verwachten dat uw opname zal verlopen volgens deze beschrijving.

De operatie aan uw voet is erop gericht de pijn van de scheve grote teen op te heffen en de stand te verbeteren. De naam van de operatie is afhankelijk van de methode:

• Arthrodese MTP-I;
• Chevron.

Onderzoek voor de operatie (pré-operatieve screening)

• Anesthesist

U bezoekt (voor de opname in het ziekenhuis) op de polikliniek préoperatieve screening (POS) de anesthesist. Hij brengt uw gezondheid en eventueel medicijngebruik in kaart. Verder krijgt u voorlichting over de verdoving en pijnbestrijding na de operatie. De operatie vindt plaats onder algehele narcose of regionale verdoving (= ruggenprik). Een ruggenprik kan worden gecombineerd met een slaapmiddel, waardoor u weinig of niets van de operatie merkt. Tijdens de pré-operatieve screening kunt u uw keuze bespreken met de anesthesist. Verder wordt eventueel bloedonderzoek verricht en soms een ECG (hartfilmpje) gemaakt. Dit is nodig om uw lichamelijke conditie in kaart te brengen om de kans op problemen, tijdens en na de operatie, zo klein mogelijk te maken.

Voor de operatie

De voorbereiding thuis:

• Eigen medicijnen
  U wordt verzocht om de medicijnen die u gebruikt mee te nemen naar het ziekenhuis.
• Bodylotion
  Wilt u de week voor uw opname geen bodylotion meer op uw te opereren been gebruiken? Dit in verband met het ontsmetten van de huid op de operatiekamer.
• Dieet
  Voor meer informatie verwijzen wij u naar de nuchterheidscriteria.
• Hulpmiddelen
  Na de operatie moet u met elleboogkrukken lopen. Neemt u de krukken mee als u opgenomen wordt. De elleboogkrukken zijn o.a. verkrijgbaar in de Rivas Leef&-gezondheidswinkels.

Dag van de operatie

Op de ochtend van de operatie moet u zich douchen.

In het ziekenhuis meldt u zich bij de afdeling die staat vermeld in uw brief. De verpleegkundige controleert uw bloeddruk, polsslag en temperatuur. Verder wordt een anamnese afgenomen en wordt de procedure van de dag uitgelegd. Enige tijd voor de operatie kunt u nog even naar het toilet gaan. Uw sieraden moet u afdoen (laat waardevolle sieraden thuis).

Hierna krijgt u een blauw operatiejasje aan. Soms krijgt u een rustgevend tablet. Even later wordt u naar de operatiekamer gebracht.

De operatie

Tijdens de operatie wordt de "knok" tussen de grote teen en de middenvoet verwijderd. Na de operatie gaat u naar de uitslaapruimte, waar gedurende de eerste tijd bewaking en controle plaatsvinden. Als uw lichamelijke conditie stabiel is, gaat u terug naar uw eigen afdeling.

Een verpleegkundige belt u eerste contactpersoon als u terug bent op de afdeling.

• Dieet
  U mag na de operatie weer gewoon eten.
• Medicijnen
  Als u medicijnen gebruikt, kunt u deze in overleg met de arts weer hervatten. Pijnstillers krijgt u zo nodig van de verpleging.
• Infuus
  U heeft een infuus in uw arm. Dit infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht binnen krijgt. Het infuus wordt verwijderd als u geürineerd heeft en het verder goed met u gaat.
• Misselijkheid
  Soms treedt na de ingreep misselijkheid op. Dit kan door middel van medicijnen bestreden worden. De wond Na de operatie heeft u een gipsspalk of gipsvoet tot aan de enkel. Het kan ook zijn dat u (loop)gips om het onderbeen heeft. Het gips moet 48 uur uitharden. Loopgips mag daarom pas na 24 uur belast worden, kunstgips eventueel eerder. U houdt het gips ongeveer zes weken. Zie ook de folder gipsverband.
• Mobiliteit
  In de meeste gevallen moet u twee weken onbelast lopen, tenzij de arts anders voorschrijft. Een fysiotherapeut oefent zo nodig met u het lopen met de elleboogkrukken.
• Douchen en baden
  Na de operatie mag u weer douchen en baden. Het gips moet droog blijven.

Ondanks alle zorg die besteed wordt aan de operatie, kunnen er soms toch nog complicaties optreden, zoals:

• nabloeding;
• wondinfectie;
• trombose.

• Policontrole
  Bij uw ontslag krijgt u een afsprakenkaartje mee voor een controlebezoek bij de orthopedisch chirurg. Twee weken na de operatie moet u op de poli terug komen.
• Hechtingen verwijderen
  Uw hechtingen worden tijdens de policontrole verwijderd.

In de volgende gevallen dient u met de behandelend arts contact op te nemen:

• Als de wond gaat lekken.
• Als de wond dik wordt en/of meer pijn gaat doen.
• Als u loopgips heeft en u niet meer op het been kunt staan, terwijl dit eerder goed mogelijk was.

Als u na het lezen van deze informatie nog vragen heeft, stelt u deze dan gerust aan de arts of de verpleegkundige.