Op de dag van de opname heeft u een opnamegesprek met een verpleegkundige. De verpleegkundige noteert gegevens die van belang zijn voor uw behandeling in het ziekenhuis;
Meestal wordt direct na binnenkomst in het ziekenhuis een lichamelijk onderzoek gedaan en wordt er een röntgenfoto van de longen gemaakt;
Afhankelijk van de hoeveelheid lucht tussen de pleurabladen bepaalt de arts de behandeling:
- Bij een kleine klaplong zal de arts meestal besluiten er (eerst) niets aan te doen en het goed in de gaten te houden. De lucht tussen de pleurabladen is zo gering dat dit langzaam spontaan door het lichaam wordt opgenomen en afgevoerd. Hierbij kunt u bedrust en zuurstof voorgeschreven krijgen.
- Bij een grote klaplong zal de arts besluiten om u te behandelen met een thoraxdrainage (zie informatie over 'Thoraxdrain'):
- Voor het verwijderen van de drain bestaat de mogelijkheid tot pleurodese, hierbij wordt het longvlies aan het borstvlies geplakt door middel van steriel talkpoeder. Dit om de kans op herhaling (een recidief) te verkleinen.
- Er is een kans op het opnieuw optreden van de pneumothorax, dan is een operatie noodzakelijk (zie folder 'Thoracoscopische ingrepen').
Er wordt regelmatig een röntgenfoto gemaakt om de situatie van de klaplong te controleren.