Vruchtbaarheidsstoornissen
Wat is…
Verminderde vruchtbaarheid is een breed begrip; er zijn veel onderzoeken, oorzaken en behandelingen mogelijk.
Zwanger worden is een kwestie van een kans die bepaald wordt door mannelijke en vrouwelijke factoren. In principe is er elke maand kans op een zwangerschap. Bij een normale kans is 70 – 80 % van de vrouwen binnen één jaar zwanger. Mocht deze kans door welke factor dan ook kleiner zijn, kan het langer duren voordat een zwangerschap optreedt. Mensen met een kleinere kans op zwangerschap noemen wij verminderd vruchtbaar. Indien er geen enkele kans op zwangerschap is, is er sprake van onvruchtbaarheid.
In Nederland wordt één op de vijf echtparen geconfronteerd met een probleem op het gebied van vruchtbaarheid. Er is dan na één jaar proberen, geen zwangerschap opgetreden. Bij velen van hen speelt echter het toeval een rol: ze zijn normaal vruchtbaar, maar toevallig is het niet binnen één jaar gelukt om zwanger te worden. Zij zouden ook zonder behandeling wel een kind kunnen krijgen. Voor paren bij wie deze diagnose wordt gesteld, is het beste advies om af te wachten.
Wanneer de verminderde vruchtbaarheid eenmaal als probleem is bevestigd, breekt een periode aan met veel onderzoek en eventuele behandeling(en). Het onderzoek dat dient om de mogelijke oorzaken op te sporen, is vaak belastend voor u en uw partner. Gevoelens van hoop en twijfel wisselen elkaar af. Gebleken is dat veel paren dit als een moeilijke tijd ervaren.
Leven met een vruchtbaarheidsstoornis
Voor veel mensen is het moeilijk te accepteren dat er sprake is van een vruchtbaarheidsstoornis. Een niet vervulde kinderwens kan tot emotionele problemen leiden. Tijdens de uitvoering van het vruchtbaarheidsonderzoek wordt het er voor u meestal niet gemakkelijker op, omdat alles in het teken komt te staan van zwanger worden en kinderen krijgen.
U wordt in deze periode regelmatig in het ziekenhuis verwacht, maar ook thuis zult u er vaak mee bezig zijn: menstruatiecyclus bijhouden en getimed vrijen. Zowel het onderzoek als het wachten op de uitslag kan nogal wat spanning met zich meebrengen. Het is goed voor te stellen dat de spontaniteit van het vrijen (gelukkig meestal maar tijdelijk) verdwijnt; het wordt min of meer een verplichting. Een kind krijgen is dan nog het enige doel. Vruchtbaarheidsproblemen leggen vaak een grote druk op de relatie.
Steun vanuit de omgeving is in deze periode heel belangrijk. Toch blijkt het onderwerp “ongewenste kinderloosheid” vaak moeilijk bespreekbaar. Daarom zullen veel mensen hun vruchtbaarheidsstoornis geheim houden. Anderen zijn geneigd het probleem voor de buitenwereld te ontkennen door te zeggen dat ze geen kinderen willen. Dit kan vaak leiden tot moeilijke situaties.
Ook als de omgeving wel op de hoogte is, blijft de situatie soms moeilijk. Men kan zich slecht verplaatsen in een dergelijke situatie en men reageert met onbegrip. Om niet met zulke reacties geconfronteerd te worden, kan het zijn dat men steeds minder sociale contacten aangaat. In deze periode bent u als paar dus sterk op elkaar aangewezen. Wanneer u moeite heeft om met elkaar over vruchtbaarheidsstoornissen te praten, kan dit extra spanning met zich meebrengen in een toch al niet gemakkelijke periode. Aarzelt u dan niet om hulp te vragen voor begeleiding.
Hoe komt een zwangerschap tot stand
Om inzicht te krijgen in de oorzaak van een vruchtbaarheidsstoornis en het uitblijven van een zwangerschap geven wij u eerst wat algemene informatie over de voortplanting.
Het ontstaan van een zwangerschap
Voor het tot stand komen van een zwangerschap is een ingewikkelde reeks van processen nodig die zich ten opzichte van elkaar op het juiste moment moet afspelen. Hormonen spelen hierbij een belangrijke rol.
Elke maand komt er in één van de eierstokken een met vocht gevuld blaasje (follikel) met daarin een eicel tot rijping. Dit gebeurt onder invloed van het follikel stimulerend hormoon (FSH) dat afkomstig is uit het hersenaanhangsel (de hypofyse). Na ongeveer 14 dagen heeft de follikel een doorsnede van meer dan 2 cm. Onder invloed van het Luteïniserend hormoon (LH) springt de follikel open en komt de rijpe eicel vrij die door de eileider wordt opgenomen en getransporteerd naar de baarmoeder. Na geslachtsgemeenschap komen de zaadcellen terecht voor de baarmoedermond van de vrouw. Vanaf hier zwemmen de zaadcellen via de baarmoeder de eileider binnen waar ze een eicel tegen kunnen komen. De eicel kan binnen 12-24 uur binnen de eileider worden bevrucht en verplaatst zich dan als embryo naar de baarmoeder (zie afbeelding onderaan de tekst).
Het baarmoederslijmvlies is door hormonen (oestrogenen en progestagenen) voorbereidt op de komst van het embryo, zodat deze zich kan innestelen en binnen negen maanden kan uitgroeien tot een kind. Indien geen bevruchting plaatsvindt, sterft de eicel spoedig af. Het baarmoederslijmvlies dat nu niet wordt benut, zal worden afgestoten (de menstruatie).
De cyclus van de vrouw
De periode vanaf de eerste dag van de menstruatie tot aan de eerste dag van de volgende menstruatie, noemen we de menstruatiecyclus. Vaak duurt een cyclus 28 dagen, maar het is heel normaal als deze wat langer of korter is (variatie van 21 tot 36).
Vanaf het begin van een nieuwe cyclus wordt de baarmoeder opnieuw voorbereid op een eventuele zwangerschap; het proces begint weer van voren af aan. Gedurende het hele vruchtbare leven van de vrouw zal deze cyclus zich herhalen, behalve wanneer een zwangerschap is ontstaan.
Oorzaken
Mogelijke oorzaken van een vruchtbaarheidsstoornis
Om een vruchtbaarheidsstoornis te kunnen behandelen, is het van belang te weten wat de oorzaak is. Vaak blijkt één derde een combinatie van factoren bij de man én vrouw te zijn, bij één derde ligt de oorzaak bij de man en bij één derde ligt dit bij de vrouw. Het kan ook voorkomen dat bij geen van beiden een verklaarbare afwijking wordt gevonden. Dat wil nog niet zeggen dat er dan ook geen afwijkingen zijn. De wetenschap lijkt redelijk ver gevorderd, maar realiseert u zich wel dat zij nog lang niet op alles een antwoord kan geven. Veel mogelijke oorzaken van vruchtbaarheidsstoornissen zijn nog onbekend.
Oorzaken bij de man
Bij de man wordt de vruchtbaarheidsstoornis meestal veroorzaakt door een verminderde kwaliteit van het zaad. De testes (zaadballen) maken dan te weinig gezonde, goed bewegende zaadcellen. Meestal is er geen duidelijke oorzaak voor verminderde zaadkwaliteit aan te geven, maar soms komt een aantal mogelijke oorzaken aan het licht. Bekend is dat een vroeger doorgemaakte ziekte (de bof of geslachtsziekten), medicijn- of alcoholgebruik, gebruik van anabole steroïden of een operatie aan de geslachtsdelen van invloed kunnen zijn op de vruchtbaarheid. Ook is bekend dat wanneer de zaadballen na de geboorte niet zijn ingedaald, dit gepaard kan gaan met verminderde vruchtbaarheid op latere leeftijd.
Soms zijn er in de balzak (scrotum) spataderen aanwezig die misschien de oorzaak zijn van de verminderde vruchtbaarheid.
Bij een heel klein aantal mannen ontstaat de vruchtbaarheidsstoornis doordat de zaadballen onvoldoende worden gestimuleerd door de hypofyse. Er worden dan onvoldoende hormonen (FSH en LH) geproduceerd.
Oorzaken bij de vrouw
Bij een aantal vrouwen wordt de vruchtbaarheidsstoornis veroorzaakt door een afwijkende menstruatiecyclus. De menstruatie treedt dan onregelmatig op of blijft geheel uit. Ook is het mogelijk dat er geen eicel vrijkomt tijdens de cyclus.
Een afwijkende menstruatiecyclus kan verschillende oorzaken hebben, zoals:
- afwijkende hormoonproductie, waardoor geen eisprong optreedt
- stress
- over- of ondergewicht
Daarnaast kan de vruchtbaarheidsstoornis veroorzaakt worden door afwijkingen aan de geslachtsorganen. Afwijkingen aan de eileiders komen daarbij het meeste voor. Door eerder doorgemaakte ontstekingen aan de eileiders kunnen deze geheel of gedeeltelijk afgesloten zijn. Hierdoor is het veel moeilijker en soms zelfs onmogelijk dat de eicel en zaadcel elkaar bereiken en er bevruchting optreedt. Een gedeeltelijk afgesloten eileider kan het transport van de bevruchte eicel naar de baarmoeder belemmeren. Ook afwijkingen aan de baarmoeder kunnen een bedreiging vormen voor de vruchtbaarheid. Indien zich in de baarmoeder verklevingen voordoen (bijvoorbeeld ten gevolge van een eerdere operatie) wordt de innesteling van een bevruchte eicel bemoeilijkt en is praktisch kansloos. Ook kan het zijn dat het slijm in de baarmoederhals niet geschikt is om zaadcellen te transporteren en klaar te maken voor de bevruchting. Zaadcellen kunnen alleen rond het tijdstip van de eisprong (ovulatie) naar boven zwemmen. Seksuele problemen kunnen ook een oorzaak zijn van het niet zwanger worden.