Onder diabetische ketoacidose verstaan we een verzuring van het lichaam ten gevolge van een insuline tekort. Door een tekort aan insuline is het lichaam niet in staat glucose op te nemen in de cellen, zodat de glucose in het bloed blijft circuleren.
Dit heeft weer tot gevolg dat de patiënt de glucose via de nier uit gaat plassen, waardoor hij veel vocht verliest en er gevaar is voor uitdroging. Om toch aan energie te komen, gaat het lichaam over op vetverbranding, waarbij afvalproducten vrij komen, zogenaamde ketonen. Deze vergiftigen het lichaam, zorgen ervoor dat er allerlei processen verstoord raken, waaronder de water- en zouthuishouding. Met deze zouten bedoelen we natrium, chloor en kalium; stoffen die voor het lichaam van levensbelang zijn.
Vooral patiënten met Diabetes Type 1 en een insulinepomp zijn extra gevoelig voor zo’n verzuring en moeten hun bloedsuikers extra in de gaten houden. Voor deze groep patiënten geldt, dat zij minimaal 3 bloedsuikermetingen per dag uit moeten voeren, zodat zij tijdig in kunnen grijpen.
Een ketoacidose is een levensbedreigende situatie waarbij direct ingrijpen van het grootste belang is. Tijdens ziekte kunnen de bloedsuikers dusdanig ontregelen, dat er een ketoacidose optreedt. Dit komt, doordat het lichaam tijdens ziekte, vooral met koorts gepaard gaande, meer insuline nodig heeft.
De behandeling bestaat uit toedienen van vocht en insuline. In ernstige gevallen is een ziekenhuisopname nodig, waarbij ook kalium en bicarbonaat aan het infuus kan worden toegevoegd.